Gemiddeld 49% van de Nederlandse bevolking van 15 jaar of ouder heeft zich de afgelopen jaren minstens één keer per jaar als vrijwilliger ingezet voor een organisatie of een vereniging. De meeste vrijwilligers zetten zich in voor sportverenigingen, scholen, verzorging, jeugdwerk en culturele verenigingen. Terwijl zoveel mensen zich inzetten als vrijwilliger is er wettelijk weinig specifiek geregeld op het gebied van vrijwilligerswerk. Waar moet u als opdrachtgever rekening mee houden? Kan de vrijwilligersovereenkomst zomaar worden opgezegd? Zijn vrijwilligers aansprakelijk als zij schade toebrengen aan de opdrachtgever? En omgekeerd, is de opdrachtgever aansprakelijk als de vrijwilliger schade lijdt?

Is het arbeidsrecht van toepassing op vrijwilligers?

De definitie van de arbeidsovereenkomst is neergelegd in art. 7:610 BW en luidt als volgt: een arbeidsovereenkomst is een overeenkomst waarbij de werknemer zich verbindt in dienst van de werkgever tegen loon gedurende zekere tijd arbeid te verrichten.

Voor het onderscheid tussen werknemers en vrijwilligers is meestal het begrip “loon” bepalend. Ontvangt de betrokkene een vergoeding die zo laag is dat die niet in verhouding staat tot de omvang en het tijdsbeslag van het werk? Dan is geen sprake van loon, maar van een onkosten- of vrijwilligersvergoeding. Het arbeidsrecht is dan niet van toepassing.

Ook het ontbreken van een gezagsverhouding tussen uw organisatie en de betreffende persoon kan er toe leiden dat er niet van een arbeidsovereenkomst wordt gesproken. De gezagsverhouding ontbreekt bijvoorbeeld als de persoon grote vrijheid geniet over de wijze van invulling en uitvoering van de werkzaamheden. Een vrijwilliger zal doorgaans ook niet verplicht zijn om gehoor te geven aan een oproep om te komen werken. Ontbreekt de gezagsverhouding dan is het arbeidsrecht niet van toepassing.

Vrijwilligerswerk en WW-uitkering

Vrijwilligerswerk is in beginsel toegestaan met een WW-uitkering. Werkloze vrijwilligers moeten echter wel blijven zoeken naar een betaalde baan. Als vrijwilligerswerk de kans op een baan vergroot, kunnen vrijwilligers soms ontheffing van de sollicitatieplicht krijgen.

Vrijwilligersvergoeding

Vrijwilligers kunnen in 2022 een belastingvrije vrijwilligersvergoeding krijgen van maximaal € 180,- per maand of maximaal € 1.800,- per jaar. 

Vrijwilligers en de AVG

Organisaties voor vrijwilligers mogen persoonsgegevens alleen verzamelen als ze daarvoor een goede reden hebben. Ook moeten vrijwilligers toestemming geven als een organisatie hun persoonsgegevens wil opslaan en gebruiken.

Is de Arbeidsomstandighedenwet van toepassing op vrijwilligers?

Evenals werknemers hebben vrijwilligers recht op veilige en gezonde werkomstandigheden. De zorgplicht van werkgevers geldt namelijk ook voor vrijwilligers. De Arbowet is sinds 1 januari 2007 niet meer volledig op vrijwilligers van toepassing. De verplichtingen voor werkgevers bij wie vrijwilligers werkzaam zijn, staan beschreven in het Arbobesluit, artikel 9.5a.

Bij ernstige risico’s voor vrijwilligers zijn nog steeds maatregelen nodig zoals bij (ver)bouwwerkzaamheden, werken met gevaarlijke stoffen, werken in lawaaiige omstandigheden, werken in omstandigheden waar sprake is van valgevaar en zwaar lichamelijk werk.

Bovendien zijn er aanvullende voorschriften voor twee kwetsbare groepen:

De Nederlandse Arbeidsinspectie houdt toezicht op de naleving van de Arbowet en het Arbobesluit.

Werkgeversaansprakelijkheid bij schade die vrijwilliger lijdt

Uitgangspunt in de wet (artikel 7:658 lid 1 BW) is dat de werkgever aansprakelijk is voor schade die de werknemer lijdt in de uitoefening van zijn werkzaamheden tenzij deze schade het gevolg is van opzet of bewuste roekeloosheid van de werknemer. Ook heeft de werkgever een zorgplicht om een veilige werkomgeving te bieden.

In artikel 7:658 lid 4 is deze aansprakelijkheid uitgebreid naar situaties waarin de opdrachtgever geen werkgever van de benadeelde is maar wel als zodanig moet worden behandeld. De rechtvaardiging daarvoor is dat het om situaties gaat waarin de opdrachtgever ook voor een werknemer had kunnen kiezen maar dat niet heeft gedaan. Daarvan mag degene die de klus verricht en die voor de zorg voor zijn veiligheid mede afhankelijk is van de opdrachtgever niet de dupe worden. Deze opdrachtnemer verdient bescherming.

De vraag is of een vrijwilliger ook de bescherming van artikel 7:658 lid 4 geniet. Dat dit van geval tot geval verschilt volgt uit onderstaande arresten.

Hoge Raad 15 december 2017

De Hoge Raad heeft in 2017 een arrest gewezen over een kwestie met betrekking tot een vrijwilliger die lid was van een klusgroep van een parochie. In dat verband moest de vrijwilliger verlichting plaatsen op het dak van een kerk. Tijdens het plaatsen van de verlichting was de vrijwilliger van het dak gevallen waardoor hij een dwarslaesie kreeg. Is de parochie aansprakelijk op grond van artikel 7:658 lid 4 BW?

De parochie had naast vrijwilligers ook gewone werknemers in dienst. De parochie had de verlichting op het dak in principe ook kunnen laten plaatsen door één van zijn werknemers. De vrijwilliger bevindt zich daarom in een vergelijkbare positie als een werknemer en is afhankelijk van de veiligheidsmaatregelen die de parochie treft. Nu de vrijwilliger betrokken raakt bij een ongeval, heeft hij recht op dezelfde bescherming als de gewone werknemer. Dit betekent dat de parochie aansprakelijk is voor de schade die de vrijwilliger lijdt.

Hoge Raad 24 december 2021

Dat er grenzen aan de aansprakelijkheid van de werkgever voor letsel van een vrijwilliger zijn op grond van 7:658 lid 4 BW blijkt uit een arrest dat de Hoge Raad recent op 24 december 2021 gewezen heeft.

De Gemeente had besloten om vanaf 2011 de dorpsraden toestemming te geven om zelf jaarlijks een kerstboom te plaatsen. De betreffende dorpsraad had de uitvoering hiervoor uitbesteed aan de Stichting Speelruimte. In december 2012 moest een kerstboom uit een tuin omgezaagd worden. De hoogwerker was te groot om naar de boom te rijden. De betreffende vrijwilliger is zonder beschermende maatregelen de boom in geklommen om een trektouw om de stam van de boom aan te brengen en is vanaf een hoogte van 3,5 meter naar beneden gevallen De revalidatie heeft 6 maanden geduurd. De vrijwilliger stelde de gemeente en de dorpsraad aansprakelijk voor de schade. Maar was de gemeente aansprakelijk?

De Advocaat-Generaal heeft in zijn conclusie nog eens duidelijk aangegeven wanneer de wettelijke regeling voor werkgeversaansprakelijkheid (7:658 lid 4 BW) geldt voor opdrachtgevers van vrijwilligers:

Aan al deze drie voorwaarden moet zijn voldaan. Het Hof had aangegeven dat aan de eerste twee voorwaarden niet is voldaan. Er bestond tussen de vrijwilliger en de Stichting geen overeenkomst van opdracht. Verder zijn de activiteiten binnen de Stichting niet aan te merken als beroeps-of bedrijfsmatig. Van aansprakelijkheid van de Stichting op grond van artikel 7:658 lid 4 is derhalve geen sprake.

Volgens het Hof was de Stichting echter wel (deels) aansprakelijk op grond van artikel 6:162 BW. Het had op haar weg gelegen om tevoren de situatie in de tuin te bekijken en er voor te zorgen dat er geschikte materialen zoals een ladder en een trektouw aanwezig zouden zijn. Zij wist dat een zes meter hoge boom moest worden omgezaagd. De vrijwilliger had zelf echter ook schuld. Hij was op eigen initiatief in de boom geklommen, omdat hij vanwege de regen niet wilde wachten, totdat de ladder gehaald was. Uiteindelijk leidde dit tot het oordeel dat de Stichting Speelruimte voor 75% aansprakelijk was en de vrijwilliger voor 25%.

Minder bescherming dan werknemers

In een aantal gevallen is de bescherming van vrijwilligers beduidend minder dan de wettelijke bescherming van werknemers, waaronder: opzegging, concurrentie- en relatiebeding en door de werknemer veroorzaakte schade

Opzegging

Indien in de vrijwilligersovereenkomst geen opzegtermijn is opgenomen kan deze in beginsel te allen tijde worden opgezegd en zonder een opzegtermijn. Voor de werknemer is dit anders: de wet bepaalt welke opzegtermijn er geldt en voor de  beëindiging is een redelijke grond vereist.

Concurrentie- en relatiebeding 

Indien in de vrijwilligersovereenkomst een concurrentie- en//of relatiebeding is opgenomen geldt artikel 7:653 BW dat het in bepaalde gevallen verbiedt een concurrentie- of relatiebeding overeen te komen niet. Evenmin geldt de schriftelijkheidseis en de omstandigheid dat de rechter het beding geheel of gedeeltelijk kan vernietigen op grond van een belangenafweging. De vrijwilliger zal een beroep moeten doen op artikel 7:648 lid 2 BW (de beperkende werking van de redelijkheid en billijkheid). Deze toets is zwaarder.

Door werknemer veroorzaakte schade

De werknemer die in de uitvoering van zijn werkzaamheden schade toebrengt aan de werkgever of een derde  jegens wie de werkgever gehouden is de schade te vergoeden is niet jegens zijn werkgever aansprakelijk tenzij sprake is van opzet of grove schuld (artikel 7:661 BW). Voor de vrijwilliger geldt dit niet. De vrijwilliger is in beginsel wel aansprakelijk in dit soort situaties. Ook in dit geval is de vrijwilliger afhankelijk van de redelijkheid en billijkheid van artikel 6:248 BW.

Klokkenluiden

De Wet Huis voor Klokkenluiders is een wet die ondersteuning en bescherming biedt aan melders van misstanden. Dit kunnen ook vrijwilligers zijn.

Vrijwilligersovereenkomst opstellen?

Omdat er voor vrijwilligers wettelijk weinig is geregeld, is het verstandig afspraken vast te leggen in een vrijwilligersovereenkomst. Zaken waaraan u moet denken zijn in ieder geval de ingangsdatum en duur van de overeenkomst, de opzegtermijn, een omschrijving van de werkzaamheden, de werktijden, welke onkosten worden vergoed en de verzekering van de vrijwilliger.

___________________________________________

Deze blog is geschreven door onze oud-collega Marie-Chantal van Oss. Heeft u vragen over deze blog of heeft u een andere arbeidsrechtelijke vraag? Neem dan contact op met een van onze arbeidsrechtspecialisten.