Op 26 maart 2020 maakte de Rijksoverheid bekend dat minister van Veldhoven van Milieu en Wonen op korte termijn met spoedwetgeving zou komen die de mogelijkheid biedt om tijdelijke huurcontracten tijdens de coronacrisis te verlengen. Op 6 april 2020 heeft minister van Veldhoven het spoedwetsvoorstel Tijdelijke wet verlenging tijdelijke huurovereenkomsten naar de Tweede Kamer gestuurd. In deze blog leest u welke mogelijkheden deze spoedwetgeving biedt.

Huidige wetgeving mogelijk onwenselijk in tijden van corona

De Nederlandse wetgeving staat een tijdelijke verlenging van een contract voor de verhuur van woonruimte momenteel nog niet toe. Voor de verhuur van woonruimte kan nu slechts eenmalig een tijdelijk contract worden aangegaan. Wordt dat contract voor bepaalde tijd na afloop van die periode door partijen voortgezet, dan ontstaat er op grond van de wet automatisch een contract voor onbepaalde tijd.

De coronacrisis vormt echter een situatie waarin dit wettelijke systeem onwenselijk uit kan pakken. Het is voor huurders in deze tijd extra lastig om te zoeken naar een andere geschikte woonruimte. Omstandigheden als quarantaine, ziekte of het draaien van dubbele diensten kunnen die zoektocht ernstig bemoeilijken. Ook voor een verhuurder kan het in deze omstandigheden enerzijds belastend zijn om op zoek te moeten naar een nieuwe huurder, terwijl een verhuurder zich anderzijds niet direct wil hoeven binden aan een huurcontract dat voor onbepaalde tijd voortduurt. De aangekondigde spoedwet moet daar verandering in brengen.

Wat bepaalt de Tijdelijke wet verlenging tijdelijke huurovereenkomsten?

Reikwijdte

Verlengingsverzoek door huurder

Verlengingsverzoek verhuurder

Gerechtelijke procedure

Over welke periode geldt de spoedwetgeving?

Overgangsperiode

In de spoedwet is ook een zogenaamde overgangsperiode opgenomen. Stel: de huurovereenkomst is door de verhuurder al opgezegd voorafgaand aan de inwerkingtreding van de wet, terwijl die huurovereenkomst tijdelijk is en eindigt in de periode waarop de spoedwet ziet. Betekent dat voor die huurovereenkomst de termijn van één week waarbinnen de huurder het verzoek aan de verhuurder dient te doen al is verstreken? Nee, het wetsvoorstel bepaalt dat in dat geval de termijn van één week pas aanvangt op de dag waarop de wet in werking treedt. Huurders dienen deze datum dus goed in de gaten te houden als zij nog gebruik willen maken van deze mogelijkheid.

De wet bepaalt bovendien dat als een verhuurder de huurder vóór 12 maart 2020 schriftelijk heeft geïnformeerd over het eindigen van de huurovereenkomst, de huurder en verhuurder schriftelijk overeen kunnen komen dat zij ook gebruik wensen te maken van de verlengingsmogelijkheid die deze spoedwet biedt.

Bovenstaande geeft de strekking weer van het wetsvoorstel dat momenteel ter beoordeling bij de Tweede Kamer ligt. Het kan echter zijn dat de Tweede Kamer nog wijzigingen wenst door te voeren in de tekst.

Wilt u weten of u ook gebruik kan maken van de mogelijkheden die de Tijdelijke wet verlenging tijdelijke huurovereenkomsten biedt? Of wilt u geïnformeerd worden over uw rechten en/of verplichtingen in hat kader van de nieuwe spoedwet? Neem dan contact op met een van onze vastgoedspecialisten.