Michel Plug Michel Plug

Op 29 mei 2019 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State twee belangrijke uitspraken gedaan over het Programma Aanpak Stikstof (PAS). Zij heeft in deze uitspraken geoordeeld dat het PAS niet als basis mag worden gebruikt voor planologische toestemming voor activiteiten, die extra stikstofuitstoot tot gevolg hebben. Daarbij moet bijvoorbeeld worden gedacht aan de uitbreiding van een veehouderij of de aanleg van een nieuwe weg.

Op basis van het PAS wordt vooruitlopend op toekomstige positieve gevolgen van maatregelen voor beschermde natuurgebieden, alvast toestemming gegeven voor activiteiten, die mogelijk schadelijk zijn voor die gebieden. Een dergelijke toestemming vooraf is in strijd met de Europese Habitatrichtlijn. Deze richtlijn eist namelijk dat vooraf vast moet staan dat de geplande maatregelen daadwerkelijk resultaat hebben.

Grote vertraging voor projecten

De uitspraken van 29 mei 2019 leveren in de praktijk grote vertraging op voor onder andere bouwprojecten, mijnbouwactiviteiten en de aanleg of uitbreiding van wegen. Regelmatig sneuvelen er dan ook bestemmingsplannen, waarbij gemeenten gebruik hebben gemaakt van het PAS. Daarbij schroomt de Afdeling er niet voor om beroepen tegen bestemmingsplannen vereenvoudigd af te doen. Dat betekent dat de Afdeling, voordat partijen voor een zitting zijn uitgenodigd, het niet nodig vindt om het onderzoek voort te zetten en zonder zitting uitspraak doet. Dat lot trof onlangs drie bestemmingsplannen in Boxtel, Roermond en Wageningen. In Roermond betekende dat zelfs dat de realisatie van een nieuwbouwwijk voorlopig van de baan is.

Een vernietiging van een bestemmingsplan is bij activiteiten, die extra stikstofuitstoot veroorzaken, overigens niet altijd aan de orde. De uitspraken van 29 mei 2019 staan dan ook niet in alle gevallen in de weg aan ontwikkelingen. Een voorbeeld daarvan is de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van 24 juli 2019.

Zijn er mogelijkheden buiten het PAS?

Wanneer kan een activiteit die tot extra stikstofuitstoot leidt op een beschermd natuurgebied toch de rechterlijke toetsing doorstaan?

Het antwoord daarop is het toepassen van de zogenoemde ADC-toets. Als wordt aangetoond dat voor een project geen alternatieven (A) zijn, er dwingende redenen (D) van ‘openbaar belang’ zijn die maken dat het project door moet gaan, en de aantasting van de natuur wordt gecompenseerd (C), kan een activiteit alsnog doorgang vinden.

In haar uitspraak van 24 juli 2019 heeft de Afdeling geoordeeld dat een voorgenomen wegverbreding van de Kempenbaan-West in Veldhoven en een nieuwe aansluiting op de rijksweg A67 kunnen doorgaan, ondanks enige toename van neerslag van stikstof op de natuurgebieden Leenderbos, Groote Heide & De Plateaux. De gemeenteraad van Veldhoven heeft volgens de Afdeling namelijk goed onderbouwd dat er dwingende redenen zijn voor de aanleg van deze infrastructuur, dat er geen alternatieven zijn, en dat er natuurcompensatie plaatsvindt.

In deze zaak heeft de Afdeling bestuursrechtspraak het beroep tegen het bestemmingsplan, waarbij het PAS was gebruikt, aangehouden. Vervolgens heeft de gemeenteraad van Veldhoven geprobeerd de gevolgen voor de natuur opnieuw te beoordelen, maar nu buiten het PAS om. De gemeenteraad heeft onderbouwd dat er geen alternatieven zijn voor de gekozen aanpak, dat er dwingende redenen zijn om het project uit te voeren, en dat er compensatie plaatsvindt voor de schade aan de natuur.

In de uitspraak van 24 juli 2019 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak geconcludeerd dat de gemeenteraad de ADC-toets goed heeft uitgevoerd. Door de aanpassing van de wegen verbetert de bereikbaarheid van bedrijventerrein De Run in Veldhoven, terwijl met de nieuwe infrastructuur ook een nieuwe regionale verbindingsweg tussen Veldhoven en de bestaande N69 ten zuiden van Valkenswaard wordt aangesloten op het bestaande wegennet. Bovendien draagt de aanpassing bij aan het oplossen van leefbaarheids- en verkeersveiligheidsproblemen in Veldhoven, Valkenswaard, Waalre en Aalst. Hierom zijn er dus 'dwingende redenen van groot openbaar belang' voor het project. Verder neemt Veldhoven een pakket aan maatregelen om het verlies aan natuur te compenseren. Deze compensatie is ook verplicht gesteld in het bestemmingsplan waarin dit project planologisch is geregeld. Er is volgens de Afdeling dan ook geen aanleiding om te twijfelen aan de effectiviteit van de compenserende maatregelen die in het compensatieplan zijn opgenomen. Bovendien zijn de compensatielocaties groot genoeg. Dat heeft tot gevolg dat ook dat onderdeel van de ADC-toets de rechterlijke toets kan doorstaan.

Het toepassen van de ADC-toets is echter geen wondermiddel. In het geval van Veldhoven ging het om een infrastructureel plan, waarvan de realisatie duidelijk gekoppeld was aan dwingende redenen van groot openbaar belang. Daarnaast leverde het voor de gemeenteraad kennelijk ook geen problemen op om ruimschoots te compenseren. Voor een private initiatiefnemer kunnen deze mogelijkheden echter op problemen stuiten, omdat het veelal gaat om private belangen er lang niet altijd compensatielocaties beschikbaar zijn.

De inhoud van dit blog is algemeen van aard en er kunnen geen rechten aan worden ontleend. Indien u concrete vragen hebt of advies wenst, kunt u vrijblijvend contact opnemen met mr. Michel Plug.