Ben Vreugdenhil Ben Vreugdenhil

De huisvesting van arbeidsmigranten vormt een bestuurlijke uitdaging. Er is een enorme behoefte aan huisvesting, maar niemand wil dit in zijn of haar spreekwoordelijke achtertuin. Vooral de huisvesting van meerdere, tijdelijk verblijvende arbeidsmigranten in (eengezins)woningen wordt door de omgeving als ongewenst gezien. Om deze type woonvormen tegen te gaan, hebben veel gemeenteraden voorbereidingsbesluiten genomen en daaropvolgende paraplubestemmingsplannen vastgesteld.

De gemeenteraad Molenlanden heeft bijvoorbeeld het voorbereidingsbesluit ‘Huisvesting Arbeidsmigranten’ genomen, waarin is bepaald dat het verboden is om op locaties waar ‘het wonen’ is toegestaan te gebruiken voor arbeidsmigrantenhuisvesting. Nadat blijkt dat een woning in de gemeente Molenlanden wél gebruikt wordt voor de huisvesting van arbeidsmigranten, legt de gemeente een last onder dwangsom op. Kan deze opgelegde last onder dwangsom in stand blijven? En wat kunnen andere huisvesters hiervan leren? U leest het in deze blog.

Huisvesting arbeidsmigranten tegengaan met voorbereidingsbesluiten en paraplubestemmingsplannen

In veel bestemmingsplannen is nagelaten een definitie te geven van het begrip ‘wonen’. Uitspraken van de Afdeling (o.a. Raad van State 6 juni 2018, ECLI:NL:RVS:2018:1882) hebben ertoe geleid dat het bewonen van woningen door groepen arbeidsmigranten is toestaan binnen de bestemming ‘Wonen’. Om het gebruiken van (eengezins)woningen door arbeidsmigranten tegen te gaan, hebben veel gemeenteraden voorbereidingsbesluiten genomen en daaropvolgende paraplubestemmingsplannen vastgesteld. De paraplubestemmingsplannen zijn gericht op het aanpassen van deze bestemmingsplandefinities. Het toegestane gebruik wordt daarbij beperkt tot ‘een huishouden’. Een wisselende groep met verschillende arbeidsmigranten voldoet niet aan deze voorwaarde. Zo zijn er inmiddels door meerdere gemeenteraden paraplubestemmingsplannen ‘Wonen’ vastgesteld.

Voorbereidingsbesluit gemeente Molenlanden

Om de huisvesting van arbeidsmigranten in (eengezins)woningen te weren, wil de gemeente Molenlanden een paraplubestemmingsplan vaststellen en neemt ze het voorbereidingsbesluit ‘Huisvesting Arbeidsmigranten’. Hierin is bepaald dat het verboden is om locaties waar ‘het wonen’ is toegestaan te gebruiken voor arbeidsmigrantenhuisvesting. Nadat blijkt dat een woning in de gemeente Molenlanden wel wordt gebruikt voor arbeidsmigrantenhuisvesting, legt de gemeente een last onder dwangsom op. De ontvanger van deze last gaat in beroep en verzoekt om een voorlopige voorziening.

Als we kijken naar het voorbereidingsbesluit dan valt op dat het bij de formulering mis lijkt te gaan. De gemeenteraad verbiedt het eenvoudigweg om woningen te gebruiken ten behoeve van de huisvesting van arbeidsmigranten. Een arbeidsmigrant is in een gemeentelijke beleidsnotitie gedefinieerd als “een inwoner komend uit een ander land dan Nederland, die legaal (met een geldig paspoort en/of arbeidstoestemming) tijdelijk (tot maximaal 2 à 3 jaar) in Nederland verblijft om in deze omgeving te werken”. Dit had zij beter niet kunnen doen. De verzoeker stelt namelijk dat dit in strijd is met het vrij verkeer van werknemers en het in artikel 1 van de Grondwet verankerde discriminatieverbod.

Oordeel voorzieningenrechter

De voorzieningenrechter van de Rechtbank Rotterdam oordeelt onder verwijzing naar jurisprudentie van de Afdeling dat het opnemen van herkomstcriteria inderdaad niet is toegestaan in bestemmingsplannen, omdat dit zou leiden tot een niet ruimtelijk relevant onderscheid (Rechtbank Rotterdam 22 maart 2022, ECLI:NL:RBROT:2022:2259). Door het opnemen van het verbod op arbeidsmigranten stelt de voorzieningenrechter vast dat in het voorbereidingsbesluit een onderscheid naar herkomst is gemaakt. Omdat dit in strijd is met artikel 3.1, eerste lid van de Wro laat de voorzieningenrechter het voorbereidingsbesluit buiten toepassing. De dwangsombesluiten worden vernietigd.

De voorzieningenrechter toetst het gebruik tot slot aan de regels van het vigerende bestemmingsplan. Het oordeel luidt dat huisvesting van arbeidsmigranten in de woning voldoet aan het bestemmingsplan.

Discriminatoire begrippen

Uit deze uitspraak kan worden afgeleid dat gemeenteraden in hun voorbereidingsbesluiten en (paraplu)bestemmingsplannen non-discriminatoire begrippen dienen te gebruiken zoals ‘een huishouden’. Het opnemen van herkomstcriteria zoals arbeidsmigranten is niet toegestaan en kan leiden tot vernietiging van handhavingsbesluiten.

___________________________________________

Heeft u vragen over het huisvesten van arbeidsmigranten? Neem dan contact op met mr. Ben Vreugdenhil of een van de andere vastgoedspecialisten.